We durfden niet naar boven naar het toilet

In 1941 kwamen wij, mijn ouders met vijf dochters, in het plaatselijk postkantoor van Heveadorp wonen.
In het dorp waren o.a. twee Hevea fabrieken waar banden, laarzen en dergelijke werden gemaakt. Eén fabriek stond op een berg, de andere beneden bij de ingang van het dorp, dicht bij de Westerbouwing. Vanuit onze tuin keken wij op de bovenfabriek van de Hevea.
Op 17 september 1944 zaten we in de *kerk, we hoorden ineens veel vliegtuigen en de ramen rammelden, zodat de dienst werd stopgezet.

Iemand vond een parachute en daarmee dansten wij op straat

Toen we buiten kwamen zagen we grote zweefvliegtuigen, die werden los gelaten van gewone vliegtuigen. Uit de zweefvliegtuigen kwamen parachutisten die o.a. op de Renkumse heide landden.
Wij werden bevrijd, dachten wij. Wát een feest, iemand vond een parachute en daarmee dansten wij op straat. Het was helaas van korte duur.
parachutisten_tekening_gert002.jpgDe luchtlandingtroepen konden de Duitsers niet tegenhouden, het liep op een fiasco uit. De volgende dag werd Heveadorp massaal bezet door de Duitsers. Er waren echter ook nog Engelsen. Je kon geen hoofd buiten de deur steken, want er werd meteen geschoten. Wij hadden een grote, diepe kelder, waar wij en de buren ingingen. Wij moesten erg stil zijn, want als de Duitsers iets hoorden, gooiden ze een handgranaat naar binnen. Bijna de hele dag en nacht bleven we in de kelder. Er stond een inmaakpot, waar ieder zijn behoefte in deed…. We durfden immers niet naar boven om naar het toilet te gaan.

Achter ons huis, in de tuin stond een Duitse tank met artillerievuur erop. Doorlopend werd er geschoten op de bovenfabriek, omdat de Duitsers dachten, dat daar nog Engelsen zaten. Dat was niet meer het geval. De volgende dag waren de Engelsen uit het dorp en wij konden naar boven.

vreselijk als je ineens niet meer bezit, dan wat je aan had

De SS’ers (Duitse soldaten) schreeuwden tegen iedereen in het dorp, dat wij zo snel mogelijk weg moesten. Wij vluchtten met bijna alle inwoners van het dorp, uitgezonderd enkele N.S.B. gezinnen, die de Duitsers hielpen. (N.S.B. = Nationaal Socialistische Beweging)
Later bleek dat deze gezinnen veel uit onze woningen hadden gestolen.
Wij konden alleen het meest noodzakelijke meenemen. Vreselijk als je ineens niet meer bezit, dan wat je aan had. Tussen het spervuur door vluchtten wij naar een onbekende bestemming, weg uit Heveadorp. We liepen het Dunolaantje door, terwijl links van ons het afweergeschut van de Duitsers klonk en rechts dat van de Engelsen. Er kwamen ons, legerwagens tegemoet met gewonde soldaten. Was het een “hoge” dan lag hij in een jeep, de “gewone”soldaten lagen op een grote legerwagen. Het was gruwelijk om dit te moeten zien. Zo’n beeld hou je, je hele leven bij je.

We moesten een straat oversteken, waar volop geschoten werd. De Duitsers hielpen ons toen met oversteken. Wij gingen naar Doorwerth naar vrienden, maar ook daar moesten we weg. Wij gingen naar familie in Renkum. Ook daar moesten we weg, evacueren naar Ede, dat was vol, door naar Ederveen.
Daar kwamen wij aan met ons twaalven, de familie uit Renkum had zich bij ons gevoegd. We konden terecht in een kleine schuur van een grote boerderij. Er was een potkacheltje waar mijn moeder op moest koken, het rookte soms enorm.

Koolraap, mais, aardappelen

Koolraap, mais, aardappelen

We aten iedere dag hetzelfde; aardappelpuree; koolraap en maispap. Voor één koolraap moest je bij een boer in de rij staan en ook nog 1 gulden betalen!
De boer had natuurlijk wel volop eten, want in de schuur was de boerin soms speklappen aan het bakken! Het rook lekker, maar we hebben er nooit iets van meegekregen. Waren het écht Christelijke mensen? Mijn oom, de drie kinderen van hem (zijn vrouw was overleden), een vriend en wij (vijf zussen) sliepen in de schuur, naast ons woonschuurtje en naast de varkenshokken in het stro.
Aan de ene kant de dames, aan de andere kant de heren. Mijn ouders mochten in een kamertje in de boerderij slapen! Na ruim een half jaar in deze ellende te hebben gezeten heeft mijn vader gevraagd of wij naar de Achterhoek naar familie mochten. Wij hebben toen drie dagen gelopen en kwamen uiteindelijk bij familie in Sinderen terecht. Daar was volop en van alles te eten, wij wisten niet wat ons overkwam. Daar hebben wij uiteindelijk de bevrijding meegemaakt in maart 1945.

Dit waren mijn oorlogsherinneringen, die ik nooit kan en zal vergeten. Ik hoop dat onze kinderen en kleinkinderen zoiets nooit HOEVEN mee te maken.

* De kerkdienst was in gebouw “De Zaaier”, Heveadorp had geen kerk.

Plaats een reactie

Wilt u een reactie geven?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *