17 september 1944 van Acacialaan Oosterbeek-laag naar Elisabeth gasthuis

Uit het dagboek van Mw. J.B. Schriefer-Rediker

Het is zondagmorgen een stralende dag. Spelende met de kinderen op bed horen wij vliegtuigen. Vlug opstaan kleden en ontbijt. Denis van Neck brengt druiven voor Pa. Tweemaal luchtalarm, even maar. Mooie zonnebloemen geplukt. Even voor elf uur gaat Dennis weg, weer alarm, hij komt terug. Er komen veel vliegtuigen, het schieten wordt erger, een ruit begeeft het. Ik duw de kinderen de kelder in. Waar we een zware beschieting en bommerij afwachten. Ik had de drie kinderen in de armen. Bij elke bom bukte je, je dieper. Toen het minder werd ging ik boven kijken en zag bij de fam. Woudenberg (Stenen Kruis) een stofwolk waaruit gekrijs en gegil opsteeg. Weer een aanval, de kelder in. De spoorbrug wordt onderhanden genomen. Het is even rustig, Dennis wordt door Mien gehaald.de smid Hogeweg, 1944 Bij een nieuwe aanval schuil ik bij meester Toon van Maanen. Daarna sloften we samen de straten rond. We vonden grote hulzen van kogels en telden 12 dode koeien. Vele kraters van bommen. Een granaat was door ramen en deur gevlogen. Weer in de kelder hoorden we een stroom vliegmachines, we verwachtten bommen, hoorden echter niets. We gingen boven kijken, en zagen dat er troepen uitgegooid werden, eindelijk de invasie. ’t Was een machtig gezicht. Steeds twee vliegtuigen, één maakte zich los, de grootste vloog weg. Toen we op Benedendorp kwamen, zagen we dat de Duitsers alles opruimden en verbrandden. Full speed ging het weg.
Ik ging met Toon van Maanen naar het St. Elisabeth gasthuis naar mijn man. De brandweer stond met kleine spuit op straat. De groene tram voor de Oranjestraat, overal brand. De kazerne brandde, knalde en knapte. Met wat moeite kwam ik bij mijn man Ger aan, ik mocht maar 5 minuten blijven.
’t Was erg zielig hem zo te zien, Ger had een trui aan en een identiteitskaart om. Gewonden werden in een auto gebracht. Wij gingen terug. Over de Utrechtsestraat trokken de Duitsers heen en weer. Tussen al die drukte reed een boerenstrontkar met 2 jongens. Ze kregen ruzie de één wilde door, de andere niet. Bij het klooster op de Klingelbeek reed alles weg. Bij de ververij gingen de laatste Duitsers naar boven per fiets. Wij gingen verder de tunnel onderdoor (spoorviaduct Oosterbeek-Laag) .
Aan de andere kant liepen de Tommies langs het hek, loerende op de tunnel. Toen ze ons zagen was de spanning geweken en hielden ze halt.

Plaats een reactie

Wilt u een reactie geven?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *