Het souterein was tamelijk volgepropt

Riek Leenen begint haar verhaal : “Hoe ervaar je als jonge vrouw van 20 jaar een oorlog en in het bijzonder de slag om Arnhem waar je niet om hebt gevraagd”?
Zeker de eerste jaren van de oorlog ging veel van de zorgen, die de ouders wel hadden, aan de jongeren voorbij. Waarom zou je ook? Riek werkte bij de toenmalige AKU en ging dagelijks naar haar werk op de Kleefse Waard. Routinematig zwierde zij dan op haar fiets bergaf, vanaf haar ouderlijk huis aan de Leoninusstraat, op weg naar haar werk.
En dan ineens is het op 17 september 1944 afgelopen. Goed beschouwd merkten we niet eens zoveel van wat er gaande was. Riek was de oudste van de vijf kinderen van het gezin Elbers. Pas nadat we op straat werden gewaarschuwd, dat er iets in de lucht gebeurde, vlogen we bij de buren de trap op, om op hun platte dak de para’s in de verte te zien landen. Een adembenemend schouwspel, waarvan de consequenties nog lang niet tot het kijkende groepje doordrong.

Waar we naar toe gingen wist niemand

Toen de volgende dag oom en tante met vijf kinderen en hun hele hebben en houwen bij ons aanklopten, begreep vader Elbers dat het menens was. Met veertien personen in het souterrain was het tamelijk volgepropt. Van echte gevechtshandelingen rondom het woongebied was geen sprake, omdat ze te ver van het stadscentrum woonden. Een nieuwsgierig fietstochtje richting de Hommelsepoort werd door de Duitsers onmogelijk gemaakt.
Het zal rond de 25e september zijn geweest toen het bevel tot evacuatie kwam. De aanwezige fietsen werden volgepakt met de meest waardevolle spullen, kleding en etenswaarden en vervolgens hebben we aangesloten bij de grote colonne evacuees op de Apeldoornseweg. Waar we naar toe gingen wist niemand. Onderweg werden allerlei comités gevormd, die beschikten over mogelijke verblijfsadressen.
Hierdoor werd één en ander toch in goede banen geleid.
De moeder van Riek en drie kinderen konden gelukkig op een wagen met paard mee rijden. Zij gingen eerst naar Ugchelen, waar oom en tante nog kennissen hadden en waar de eerste twee nachten werden doorgebracht. Hier zijn beide families uit elkaar gegaan.
Wij vertrokken naar een boerderij ten oosten van Apeldoorn, waar een alleenstaande boerin met haar knecht woonde. De spoorlijn vlak bij de boerderij werd regelmatig gebombardeerd.
Hierbij zijn drie of vier kinderen van de familie Makrander, die een bakkerij op de Klarendalseweg hadden, omgekomen.

Lusten jullie ook gebakken muisjes?

De familie van Riek Leenen is ongeveer veertien dagen op deze boerderij gebleven om vervolgens weer een nieuw evacuatieadres te vinden. Nu gingen we gepakt en gezakt richting Garderen.
Daar hebben we één nacht in een school geslapen en daarna zijn we doorgelopen naar Putten. In de buurt van Putten hebben we een paar dagen op een boerderij doorgebracht.
Op zekere morgen vroeg de boerin: “Lusten jullie ook gebakken muisjes”? Gebakken muisjes?
Toen tot grote hilariteit de boerin verbaasd vertelde dat zij er gebakken piepertjes mee bedoelde, lustte iedereen wel wat.
Daarna moesten we weer vertrekken en we kwamen terecht bij een stoffeerderij. Mijn vader, moeder en mijn twee jongste zussen bleven daar en ik en mijn andere zus werden ergens anders ondergebracht. Mijn broer kwam weer ergens anders terecht. Alle adressen waren gelukkig wel dicht bij elkaar.

De gastheer, waar mijn ouders vertoefden, is wel omgekomen

Echt honger hebben we niet gehad.
Aan de beruchte koolsoep uit de gaarkeuken heeft Riek geen nare herinnering. Het gastgezin heeft goed voor mij en mijn zus gezorgd. Mijn zus Dorien en ik hebben vrijwillig in het noodziekenhuis gewerkt. Naast het ziekenhuis was een school speciaal ingericht voor mensen die op hongertocht waren vanuit het westen naar het oosten van het land. In het ziekenhuis deed Riek voornamelijk verstelwerk en Dorien werkte in de keuken. Mijn vader en mijn broer werkten op een evacuatiekantoor.
Er zijn veel mannen tijdens de beruchte razzia in Putten omgekomen. De man van ons gastgezin was tijdig gevlucht via het weiland achter het huis. De gastheer, waar mijn ouders vertoefden, is wel omgekomen. De mannen, die wel werden opgepakt, zijn een verschrikkelijk lot overkomen.
Op 18 april 1945 zijn we bevrijd; een datum om nooit te vergeten. Toen de Canadese tanks het dorp binnentrokken, was het pas zeker. Een imposante aanblik die Riek nooit meer is vergeten. Met legerwagens zijn we in juni teruggebracht naar Arnhem. Mijn vader was met de fiets al eerder terug gegaan om een en ander te herstellen. Van diefstal was niets te merken.

Plaats een reactie

Wilt u een reactie geven?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *