Eieren onder de pet

Met verschuldigde eerbied verwijzend naar G.J. Peelen begon voor velen, op die septemberdag van 1944, het leed tijdens de Zondagse kerkdiensten; op dat moment nog in gang of net beëindigd.
De toen 9-jarige Wil en haar ouders, wonend aan het Staringplein nr.38 in Arnhem, hadden net de kerk aan de van Slichtenhorststraat verlaten om thuis te trachten een kopje surrogaatkoffie te produceren, toen ‘het gedonder’ begon.
De eerste bommen vielen weliswaar niet al te dichtbij, maar dichtbij genoeg om te weten dat het plotseling menens was geworden.
Na de eerste aanval werden vanaf het dak de branden in de binnenstad van Arnhem waargenomen. “De kerk brandt”, meldde vader toen hij verbouwereerd naar beneden kwam.
Kort erna zagen ze in de verte achter het park Sonsbeek de parachutisten dalen.
Massa’s kwamen er naar beneden vertelde Wil.
Veel details, van wat er zich aan strijd in de binnenstad afspeelde, herinnert Wil zich niet meer zo goed.
Het Staringplein was dan ook een eind daarvan verwijderd.
Wel herinnert ze zich dat er een paar dagen later geëvacueerd moest worden.
Samen met (over)buren werd via de Apeldoornseweg richting Apeldoorn gelopen.
Bij de Woeste Hoeve aangekomen, werden ouderen en kinderen op wagens naar Beekbergen getransporteerd.
Wil herinnert zich nog de angst dat ze haar ouders niet terug zou zien, maar diezelfde avond vond de hereniging al weer plaats.
Later kon, samen met vier andere bekende families, een verlaten villa ‘de Braam’ worden betrokken.
Een huis met voor de kinderen veel speelruimte.
Samen met hen is daar het einde van de oorlog afgewacht.
Wil verhaalt uitvoerig en vol warmte over de opvang van de evacués door de kerk in Beekbergen.
Ze weet de namen nog, van de kapelaans, die vanuit Apeldoorn met de fiets daar naartoe kwamen om de diensten te verzorgen.
Voor het eerst, als kind in de koude winter van ’44-’45, een echte nachtmis bijwonen is zij nooit meer vergeten.
Schaarste aan voedsel deed vader Molthoff besluiten op de fiets de risicovolle tocht naar de woning in Arnhem te ondernemen en tussen kleren verstopt nog wat weckflessen te organiseren.
Maar ook werd een tocht ondernomen naar de Achterhoek. Dat leverde een groot roggebrood op en bij de triomfantelijke binnenkomst in de keuken boog hij diep voor moeder Molthoff daarbij zijn pet vol eieren voor haar afnemend.

Plaats een reactie

Wilt u een reactie geven?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *